PARAMARIBO - Ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, die voortvluchtig is, is door het Hof van Justitie vrijdag bij verstek veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf en SRD 500.000 boete of twaalf maanden hechtenis. Ook is bevolen tot directe gevangenneming. De veroordeling komt op de verjaardag van Hoefdraad. Zijn advocaten hadden vrijspraak bepleit wegens gebrek aan bewijs.
Het Hof acht echter bewezen dat Hoefdraad zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Anti-corruptiewet, misbruik van staatsmiddelen, deelname aan een criminele organisatie en ambtsverduistering. Ook zijn er constructies bedacht om de Staat financieel te benadelen.
Het Hof heeft het Openbaar Ministerie ook toestemming gegeven voor het instellen van een strafrechtelijk onderzoek naar eventueel wederrechtelijk voordeel voor Hoefdraad en anderen hebben gehad aan de onttrokken middelen van Centrale Bank van Suriname.
De verdediging van Hoefdraad gaat in 'verzet' tegen dit verstekvonnis en daarna zal eventueel hoger beroep worden ingesteld. Dat betekent Hoefdraad bij zijn verzetszaak lijfelijk aanwezig zal moeten zijn.
PARAMARIBO - “Hij weet als geen ander dat voor de gepleegde handelingen het land in grote problemen zou worden gebracht met alle gevolgen. Er kan niet worden volstaan met een lichtere straf.” Zo oordeelde het Hof van Justitie, bij monde van rechter Marie Mettendaf vrijdag over ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën. Zijn betrokkenheid bij ontoelaatbare handelingen bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is wettelijk en overtuigend bewezen.
Mettendaf las het vonnis voor tijdens een uur durende zitting. Onder andere is bewezen dat de ex-minister zich samen met anderen - zij noemde Ginmardo Kromosoeto, Farzia Hausil en Robert van Trikt - heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Daarbij zijn de anticorruptiewet en het wetboek van strafrecht overtreden met quasi fiscale handelingen, zoals de aankoop van gebouwen door de Centrale Bank van Suriname (CBvS), terwijl die er geen enkele belang bij had. Er zijn blancokredieten verstrekt aan de staat en royalty's van goudmaatschappij Iamgold, die in beheer werden gegeven bij de CBvS, zijn anders aangewend dan waarvoor ze voorbestemd waren.
"Er is sprake van ambtsverduistering", oordeelde de rechter snoeihard. Zij vonniste geheel overeenkomstig de eis van het Openbaar Ministerie was geëist: twaalf jaar gevangenisstraf, een geldboete van SRD 500.000 of twaalf maanden celstraf en gevangenneming.
Het Hof heeft alle verweer verworpen van de verdediging van Hoefdraad, die tijdens het gehele proces in de rechtszaal afwezig was en voortvluchtig is. Hieronder vallen bijvoorbeeld het betwisten van de geldigheid van de dagvaarding, de eis om het Hof niet ontvankelijk te verklaren en dat er hier geen sprake zou zijn van strafbare feiten maar van bestuursrechtelijke handelingen.
Verweren ongegrond
De rechter kan meegaan met het feit dat Suriname geen vastgesteld bestuursrecht heeft. Maar zij stelt dat er in de wetgeving voldoende bepalingen zijn, in algemene zin, om te kunnen vaststellen dat hier wel sprake is van strafrechtelijk gepleegde handelingen. Mede hierdoor is er geen reden voor het Hof om het tussentijdse vonnis, dat eerder is gewezen tegen Hoefdraad, te schorsen en noemde de verweren van zijn verdediging ongegrond. Het Hof is overigens ook voorbij gegaan aan het verweer dat in het geval van Hoefdraad er sprake is van kwalitatieve handelingen, die alleen door een functionaris van de bank gepleegd kunnen worden.
Hoefdraad wordt ervan verweten de CBvS opzettelijk financieel schade te hebben toegebracht en, anders dan hij en zijn verdediging stellen, de ex-bewindsman was wel degelijk op de hoogte van alle handelingen die binnen de bank gepleegd werden. Het Hof stelt vast dat de projecten die zijn geïnitieerd en aan het Belgisch bedrijf Clairfield zijn toegewezen, alleen konden worden uitgevoerd met toestemming van de regering. Hoefdraad trad op als regeringsvertegenwoordiger in zijn hoedanigheid als minister van Financiën.
De rechter meent dat zijn betrokkenheid blijkt uit onder andere correspondentie, gesprekken met toenmalig governor Van Trikt en een voicemail die deel uitnaakt van het strafdossier. Hoefdraad heeft ook richtlijnen gegeven en personen als Kromosoeto benaderd, om naar mogelijkheden uit te zien hoe aan financiën te komen voor de staat. Rechter Mettendaf zegt dat in deze kwestie de staat wel voordeel heeft gehad maar de bank ernstig is benadeeld.
Leningenplafond al overschreden
Het verwijt van het Hof is onder andere ook dat Hoefdraad heel goed wist dat er bij de centrale bank geen voorschotten opgenomen konden worden, omdat het leningenplafond van de regering al bereikt en overschreden was. Nog voordat een raadsvoorstel door de regering was goedgekeurd, was er een totaalbedrag van meer dan SRD 105 miljoen overgemaakt in twee tranches op en rekening van Financiën, bestemd voor de aankoop van in totaal zeventien panden door de bank.
Ook heeft de gewezen minister de middelen die bedoeld waren als schuldverrekening een andere bestemming gegeven. Er heeft nooit aflossing van de schulden door de staat plaatsgevonden. "De verdachte en medeverdachten hebben over een lange periode gebruik gemaakt van schijnconstructies om geld op te nemen", zegt de rechter. Omdat volgens haar niet duidelijk is hoe de besteding van bij de CBvS onttrokken gelden heeft plaatsgevonden, wordt door het Hof toestemming verleend aan het Openbaar Ministerie om, daar het vonnis is uitgesproken, nu een strafrechtelijk onderzoek in te lassen naar mogelijk het wederrechtelijk voordeel dat Hoefdraad en anderen zouden hebben gehad in deze kwestie.
Rechter Mettendaf merkte verder op dat Hoefdraad goed bekend is met de financiële wereld. Hij is governor geweest van de CBvS en ook minister van financiën. Met de kennis en ervaring die hij bezit zou hij volgens het Hof bewust gehandeld hebben, terwijl van hem anders mocht worden verwacht. Ook als ex-governor wist hij precies wat Van Trikt wel en niet mocht doen.
De verdediging is dus niet erin geslaagd het Hof te overtuigen van de onschuld van Hoefdraad. Murwin Dubois, de enige van de drie overgebleven raadslieden van Hoefdraad (Frank Truideman en Irene Laldji kwamen ondertussen te overlijden), zegt dat nu het vonnis geveld is, gesproken worden van een voortvluchtige veroordeelde. Er zal verzet worden aangetekend en daarna, indien nodig, hoger beroep tegen het vonnis.